Loonsanctie versus bevredigende re-integratieinspanningen

Loondoorbetalingsplicht ziekengeld: welk moment is bepalend voor de beantwoording van de vraag of voldoende re-integratie inspanningen zijn verricht

Datum publicatie 15 augustus 2014. Uitspraak ECLI:NL:RBOBR:2014:4673 d.d. 4 augustus 2014

Waar gaat deze uitspraak over:
Welk moment, het moment van het primaire besluit of het moment van het einde van wachttijd, is bepalend voor de beantwoording van de vraag of voldoende re-integratie inspanningen zijn verricht door de werkgever.

Verloop:

  • per besluit van 13 juni 2013 heeft het UWV een loondoorbetalingsverplichting opgelegd aan werkgever tot 14 juli 2014
  • werkgever heeft bezwaar aangetekend tegen dit besluit maar werd ongegrond verklaard door het UWV
  • door werkgever is een beroep ingesteld en het UWV heeft een verweerschrift ingediend
  • onderzoek ter zitting vond plaats op 25 april 2014. Beide partijen zijn niet verschenen

Overwegingen van de rechtbank:

  • werkgever is eigen risico drager voor de Ziektewet
  • werknemer is per 18 juli 2011 uitgevallen en per 12 april 2013 heeft men een uitkering op grond van de WIA aangevraagd
  • bij besluit van d.d. 10 mei 2013 heeft UWV bepaald dat werknemer behoort tot de doelgroep WSW, arbeidshandicap werd ingedeeld in de categorie ernstig
  • per 28 juni 2013 is werknemer een dienstverband in het kader van de WSW aangegaan
  • op 11 december 2013 heeft werkgever verzocht tot opheffing van de loondoorbetalingsplicht (art. 26 tweede lid, WIA) bij het UWV
  • bij besluit van 8 januari 2014 door het UWV is de termijn van loondoorbetalingsplicht verkort tot 6 februari 2014

Het betreden besluit gaat over de verlenging van het tijdvak dat de werknemer recht heeft op ziekengeld van de werkgever.

  • werkgever heeft aan dat ten oprechte een verlengde loonsanctie zou zijn opgelegd door het UWV
  • hieraan wordt toegevoegd de WSW indicatie en per 28 juni 2013 in WSW-verband aan het werk is gegaan. Werknemer verricht werkzaamheden van meer dan 65% van het loon voor betreffende ziekte
  • volgens werkgever wordt voldaan aan een bevredigend re-integratieresultaat en zijn er voldoende re-integratie inspanningen verricht
  • het UWV stelt zich op het standpunt dat de situatie per 13 juni 2013 (besluit van de loonsanctie) bepalend voor de vraag of er voldoende re-integratie inspanningen zijn verricht
  • volgens het UWV zijn er te weinig re-integratie inspanningen verricht
  • de rechtbank stelt dat art. 26, tweede lid, WIA geen uitsluitsel verleend inzake moment van beoordeling of er voldoende re-integratie inspanningen zijn verricht
  • art. 26, tweede lid, WIA bepaald enkel dat het UWV de verplichting tot loondoorbetaling kan verlengen, indien bij de behandeling van de aanvraag en de beoordeling van het re-integratieverslag blijkt dat de eigen risico drager niet aan zijn re-integratieverplichtingen heeft voldaan
  • het verlengen van de verplichting tot loondoorbetaling heeft een herstelkarakter
  • naar het oordeel van de rechtbank heeft de verleningen van loondoorbetaling geen nut meer, indien voor het einde van de wachttijd sprake is van een bevredigend re-integratieresultaat
  • de partijen hebben tot einde van de wachttijd de tijd om tot een bevredigend re-integratie resultaat te komen. Dit blijkt dat de memorie van toelichting bij de Wet WIA. Ook in de beleidsregels beoordelingskader poortwachter (Beleidsregels) is steun te vinden voor betreffende standpunt
  • in de Beleidsregels is bepaald dat arbeid tegen een loonwaarde van tenminste 65% van het oude loon aan het einde van de eerste twee jaar van ziekte onder omstandigheden kan worden aangemerkt als passende arbeid
  • ook de rechtbank ontleent ondersteuning voor het standpunt aan de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, uitspraak 14 april 2010 (ECLI:NL:CRVB:2010:BM1179)
  • gelet op voorgaande regels concludeert de rechtbank dat het re-integratieresultaat dient te worden getoetst naar het moment van einde van de wachttijd
  • aan het bestreden besluit heeft het UWV ten grondslag gelegd dat geen sprake was van een bevredigend re-integratieresultaat, terwijl bij besluit van 8 januari 2014 de verplichting tot loondoorbetaling alsnog heeft gekort, omdat de tekortkoming van de werkgever op dat moment was hersteld (het herstellende karakter van art. 26, tweede lid, WIA)
  • gesteld nog gebleken is dat de situatie op 8 januari 2014 anders was dan de situatie op 15 juli 2013. Ook de WSW beschikking is niet gewijzigd in betreffende periode
  • er was naar oordeel van de rechtbank geen reden om de loondoorbetalingsplicht te verlengen en concludeert dat deze sanctie onterecht is opgelegd door het UWV

Oordeel van de rechtbank:
Het beroep is gebromd en de rechtbank vernietigd het bestreden besluit. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien door het primaire besluit van 13 juni 2013 te herroepen. Dit betekent dat de in dat besluit opgelegde loondoorbetalingsplicht komt te vervallen en dat het UWV geen nieuw besluit op het bezwaar hoeft te nemen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Contact gegevens

Classen Consultancy BV

Bezoek en postadres:
Van Laerstraat 21
5921 JG Venlo

E-mail info@classenconsultancy.nl
Website www.classenconsultancy.nl

Kamer van Koophandel 72624159

BTW NL 859178043B01

Social Media

Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn

 

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag van 8:30 uur tot 18:00 uur.

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden van Classen Consultancy zijn hier te downloaden.

 

Privacy statement

In het privacystatement van Classen Consultancy is vastgelegd hoe wij, conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming, omgaan met de verwerking van persoonsgegevens.