WW-differentiatie naar aard van het contract

 Het systeem van 67 verschillende sectorpremies gaat op schop. De sectorindeling past niet meer bij de huidige tijd en is verouderd. Daarom stelt de wetgever voor om per 2020 de huidige systematiek van premieberekening aan te passen naar premiedifferentiatie naar aard van het contract.

Huidige methodiek WW
Op dit moment worden de eerste 6 maanden van WW-uitkeringen gefinancierd via een sectorpremie. Na deze 6 maanden worden WW-uitkeringen gefinancierd via het Algemene Werkloosheidsfonds (Awf).

Het blijkt dat werknemers veel minder verbonden zijn met de sectoren waarin men werkzaam is en dat de er heel makkelijk wordt overgestapt naar andere sectoren. Ook de modernisering van de arbeidsmarkt maakt de sectorindeling sterk verouderd en weerspiegelt deze de economische ‘werkelijkheid’ niet meer.

Ook krijgt de Belastingdienst steeds meer verzoeken tot herindeling van een andere sector door werkgevers. Ook het aantal adviesbureaus dat werkgevers adviseert en sectorindelingen controleert is de laatste jaren fors toegenomen. Dit laatste mede doordat de interne indelingsrichtlijnen van de Belastingdienst hieromtrent in 2017 openbaar zijn geworden op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Tot slot is het de wens van de wetgever om, ja daar komt hij weer, het voor werkgevers aantrekkelijker te maken vaste contracten aan werknemers te verstrekken.

Premiedifferentiatie naar aard van het contract
Het voorstel beoogt om per 2020 het vaste contract voor werkgevers (financieel) aantrekkelijker te maken. Dit wil men gaan doen door een WW-premiedifferentiatie naar de aard van het contract te gaan invoeren. Werkgevers gaan een lagere WW-premie betalen voor mensen met een vast contract en een hogere WW-premie voor mensen met een flexibel contract. De lagere WW-premie gaat gelden voor mensen met een contract voor onbepaalde tijd mits er geen sprake is van een oproepovereenkomst. Dit betekent dat nul-uren-contracten en min-max-contracten niet in aanmerking komen voor de lagere WW-premie. Wel worden er uitzonderingen bepaalt voor bijvoorbeeld seizoenswerk waarbij er gekeken gaat worden naar het zogenaamde jaar-uren-norm.

Er komt een uitzondering voor contracten voor leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Voor deze groep gaat namelijk wél de lagere WW-premie gelden.

De wetgever zal tevens allerlei maatregelen nemen om herzieningsverzoeken en andere omzeilingen tot het minimum te beperken. De wetgever verwacht namelijk een creatieve werkwijze van werkgevers om te trachten (toch) aan de voorwaarden voor een lagere WW-premie te voldoen.

Hoogte van de WW-premiedifferentiatie
De regering heeft aangekondigd een vast verschil te gaan hanteren tussen de hogere en lagere WW-premie. In de publicaties van de wetgever en memorie van toelichting worden hiervoor allerlei onderbouwingen gegeven. Belangrijk is de dat de regering waarschijnlijk gaat kiezen voor een hogere WW-premie die 2,5 á 3 keer hoger is dan de lage premie. Omgerekend naar een vast verschil komt betreffende verhouding neer op een hoge premie die 5 procentpunten hoger is dan de lagere WW-premie. De WW-premies zullen jaarlijks door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden vastgesteld.

De wetgever stelt tevens voor om de werkgever te verplichten om de aard van de overeenkomst te vermelden op de loonstrook.

In de memorie van toelichting is een doorberekening gemaakt op basis van gemiddelde WW-premies 2014-2019 en de verwachte nieuwe WW-premie per 2020. Hieruit blijkt dat de financiële gevolgen voor werkgevers ‘beheersbaar’ zouden moeten zijn met een maximale gemiddelde verandering van +0,77%. In overige gevallen wordt uitgegaan van lagere ‘verwachte’ WW-premie per 2020. Wat de financiële gevolgen dadelijk precies zullen gaan zijn moet later blijken.

Doorwerking naar premie ZW en WGA
Naast de sectorpremie voor de WW zijn ook de premies voor de ZW en WGA voor publiek verzekerde kleine en middelgrote werkgevers (gedeeltelijk) gedifferentieerd naar de sector waarin men actief is. De hiervoor beschreven zaken met betrekking tot veroudering en weerspiegeling van de economische werkelijkheid hebben ook hier betrekking op. Daarom acht de wetgever het wenselijk/noodzakelijk om ook hier de sectorpremie te vervangen door een modernere, effectieve en toekomstbestendige vorm van differentiatie. Dat zal erin resulteren dat er geen premies meer zullen worden gedifferentieerd naar sector. Werkgevers zullen dus op termijn ook niet meer worden ingedeeld in een sector door de Belastingdienst.

Uitgangspunt van de nieuwe systematiek is dat deze moet aansluiten bij het ‘risicoprofiel’ van de werkgever en mate van beheersing van hun ZW- en WGA-risico!

Het uitwerken van de nieuwe systematiek neemt meer tijd in beslag dan de WW-premiedifferentiatie naar aard van het contract en daarom zal een invoering per 1 januari, in tegenstelling tot de WW-premiedifferentiatie, per 2020 niet gehaald worden. De wetgever geeft hiervoor twee redenen:

  1. De volledige afschaffing van de sectorindeling per 2020 is niet wenselijk
    Alle gebruikers van informatie uit de loonaangifteketen moeten voldoende tijd hebben om een alternatief te vinden voor de huidige sectorinformatie;
  2. Aanpassing van UWV systemen
    UWV heeft reeds eerder aangegeven dat bij een grote verandering van de premiesystematiek vervanging van het PDI-premieberekeningssysteem aan de orde is en dat is eenvoudigweg niet te realiseren voor 2020.

Welke datum er mogelijk wel gehaald gaat worden voor het uitwerken van de nieuwe systematiek staat niet beschreven. Wij zullen we de wijzigingen en verdere mogelijke aanpassingen voor u blijven volgen.

Bron: Rijksoverheid

Gerelateerde dienstverlening Classen Consultancy: Duurzame Inzetbaarheid / Verlagen van verzuimkosten / Uitvoering Sociale Zekerheid / ZW & WGA eigenrisicodragen

 

Waarmee kan Classen Consultancy u van dienst zijn?

 

Neem contact op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 06 - 29 12 43 34 zodat we samen kunnen kijken wat Classen Consultancy voor u kan betekenen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Contact gegevens

Classen Consultancy BV

Bezoek en postadres:
Van Laerstraat 21
5921 JG Venlo

E-mail info@classenconsultancy.nl
Website www.classenconsultancy.nl

Kamer van Koophandel 72624159

BTW NL 859178043B01

Social Media

Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn

 

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag van 8:30 uur tot 18:00 uur.

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden van Classen Consultancy zijn hier te downloaden.

 

Privacy statement

In het privacystatement van Classen Consultancy is vastgelegd hoe wij, conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming, omgaan met de verwerking van persoonsgegevens.