Weigering ziekmelding werkgever, werknemer moet zelf bedrijfsarts inschakelen

Datum uitspraak 11 september 2014, zaak ECLI:NL:RBOBR:2014:5233

Korte samenvatting:
weigering ziekmelding door DAF (werkgever) waarin vervolgens aan de werknemer opdracht wordt gegeven om zelf een afspraak te maken met de bedrijfsarts. Werknemer meldt zich wat niet wordt geaccepteerd door de werkgever. Werkgever zet de loonbetaling stop en werknemer legt dit geschil voor aan de rechtbank. Ziekmelding had niet mogen geweigerd door DAF en de loonbetaling had niet stopgezet mogen worden.


Feiten van betreffende geschil:

  • werknemer is sinds 1995 in dienst bij de werkgever
  • op 29 oktober 2013 heeft er een gesprek tussen de werknemer en werkgever plaatsgevonden, dit betrof een verlof aanvraag voor 30 oktober 2013
  • na een pittige discussie heeft de werkgever ingestemd met een verlofdag op 30 oktober 2013
  • vervolgens meldt betreffende werknemer zich op 30 oktober 2013 om 15 uur in de middag ziek bij zijn leidinggevende
  • leidinggevende vraagt naar wat er aan de hand is, werknemer wilde niet zeggen over de aard van de ziekmelding
  • volgens de werkgever waren er gerede twijfels aan de ziekmelding (zie o.a. pittige discussie op 29 oktober 2013 en dat hij niets over de aard van de ziekmelding kwijt wilde)
  • de leidinggevende heeft werknemer op 30 oktober 2013 direct verzocht een afspraak te maken met de bedrijfsarts ter toetsing van de arbeidsongeschiktheid
  • per 31 oktober 2013 heeft de werkgever per koerier een brief aan werknemer verzonden waaraan met klem wordt verzocht een afspraak met de bedrijfsarts te maken. Werknemer heeft deze brief geweigerd waarna deze op 1 november 2013 per normale post alsnog is verzonden
  • werkgever stelt dat een werknemer mag worden verwacht dat deze redelijke voorschriften van zijn werkgever opvolgt
  • nu werknemer geen afspraak met de bedrijfsarts heeft gemaakt spreekt de werkgever van nalatigheid wat voor rekening van de werknemer zal komen
  • de werkgever heeft vervolgens vanaf 31 oktober 2013 tot 11 november 2013 * geen loon meer betaald aan de werknemer op basis van een van de omstandigheden vermeld in art. 7:628 BW & 7:629 BW

* werknemer heeft op 11 november 2013 een afspraak gemaakt bij de bedrijfsarts en is op 13 november 2013 op de spreekuur verschenen

De beoordeling door de rechtbank:

  • vaststaat dat de ziekmelding van 30 oktober 2013 niet is geaccepteerd door de werkgever
  • ook staat vast dat de werknemer op 1 november 2013 een afspraak met de bedrijfsarts heeft gemaakt
  • op 13 november 2013 is werknemer op consult bij de bedrijfsarts geweest en deze beoordeeld dat de werknemer arbeidsongeschikt was
  • de bedrijfsarts heeft dit op 27 november 2013 aan de werkgever medegedeeld
  • er moet naar oordeel van de rechtbank uit die mededeling worden afgeleid dat de bedrijfsarts, hoewel hij dat niet expliciet stelt, werknemer over de hele periode van ziekmelding t/m 13 november 2013 als arbeidsongeschikt heeft beschouwd
  • door werkgever zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld die tot een ander oordeel kunnen leiden
  • kantonrechter is het met de werknemer eens dat de ziekmelding niet had mogen worden geweigerd
  • een werkgever dient in beginsel de ziekmelding te accepteren, ten zij er voldoende zwaarwegende redenen aanwezig om betreffende melding te weigeren
  • de weigering van de werknemer om medische informatie te verstrekken, kan hoe dan ook geen grond opleveren voor een dergelijke weigering
  • de grond tot het geven van medische informatie kan ook niet in samenhang met de pittige discussie eerder op 29 oktober 2013 worden gerekend als zwaarwegend
  • werkgever had het loon over de periode van 31 oktober 2013 tot 11 november 2013 niet mogen weigeren op grond van artikel 6:627 BW, nu moet worden aangenomen dat zich over die periode de situatie heeft voorgedaan als bedoeld in artikelen 6:628 BW en 6:629 BW
  • de omstandigheid dat werknemer eerst op 11 november 2013 en daarmee, wat wel vaststaat, te laat gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de werkgever, leidt niet tot een ander oordeel
  • de werknemer heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het de vaste werkwijze is van werkgever dat werknemers bij ziekmelding de bedrijfsarts inschakelen
  • werkgever heeft als reden voor afwijking van de vaste werkwijze aangevoerd dat, indien de werkgever een bedrijfsarts inschakelt, werkgever daarmee zou erkennen dat een werknemer arbeidsongeschikt is
  • de kantonrechter kan de werkgever hierin niet volgen
  • een bedrijfsarts wordt ingeschakeld omdat de werkgever zelf niet in staat is om te beoordelen of en in hoeverre de werknemer wegens ziekte tot het verrichten van arbeid in staat is
  • uit het inschakelen van de bedrijfsarts kan dan ook noch een erkenning of ontkenning door de werkgever van de arbeidsongeschiktheid worden afgeleid
  • werkgever heeft dan ook het overige niet aannemelijk gemaakt dat er in dit geval redelijkerwijs van haar eigen vaste werkwijze aangaande ziekmeldingen kon en moest worden afgeweken
  • werkgever had op die manier juist snel tegenover werknemer uitsluitsel kunnen krijgen over de vraag of hij arbeidsongeschikt was
  • het kan volgende de kantonrechter de werknemer niet worden verweten dat werkgever niet eerder in de gelegenheid is geweest om de arbeidsongeschiktheid van de werknemer door de bedrijfsarts te laten toetsen
  • werkgever kan zich daarom in redelijkheid niet op die grond op het standpunt stellen dat de overeengekomen arbeid niet door werknemer is verricht door een oorzaak die in redelijkheid niet voor haar rekening behoort te komen (art. 7:628 lid 1 BW)

Beslissing van de rechtbank:

  • veroordeelt werkgever om aan werknemer te betalen
    • achterstallig salaris over de periode 12 van 2013 minus het bruto equivalent
    • de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% over het achterstallig salaris (minus vermelde aftrek)
    • de wettelijke rente over vermelde bedrag vanaf 2 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening
  • veroordeelt werkgever om binnen 5 dagen na de betekening van dit vonnis aan werknemer te verstrekken deugdelijke bruto/netto specificaties van alle nog door werkgever aan werknemer verschuldigde bedragen op straffe van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat werkgever ter zake de verstrekking van die specificaties in gebreke zal blijven, met een maximum van € 5.000,-
  • veroordeelt werkgever om aan werknemer te betalen de buitengerechtelijke incassokosten begroot op € 200,- ex.BTW
  • veroordeelt werkgever in de kosten van de procedure, aan de zijde van de werknemer tot heden begroot op € 100,33 aan explootkosten, € 219,- aan griffierecht en € 300,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met BTW belast)
  • veroordeelt werkgever in de kosten die na dit vonnis ontstaan, begroot op € 75,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met BTW belast), en te vermeerderen, onder de voorwaarde dat werkgever niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van de betekening van het vonnis en met de wettelijke rente over de nakosten vanaf 14 dagen nadat de werkgever schriftelijk tot betaling van deze kosten is aangemaand tot de dag der voldoening
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn

Contact gegevens

Classen Consultancy BV

Bezoek en postadres:
Van Laerstraat 21
5921 JG Venlo

E-mail info@classenconsultancy.nl
Website www.classenconsultancy.nl

Kamer van Koophandel 72624159

BTW NL 859178043B01

Social Media

Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn

 

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag van 8:30 uur tot 18:00 uur.

 

Algemene voorwaarden

De algemene voorwaarden van Classen Consultancy zijn hier te downloaden.

 

Privacy statement

In het privacystatement van Classen Consultancy is vastgelegd hoe wij, conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming, omgaan met de verwerking van persoonsgegevens.