Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2015
- Gegevens
- Gepubliceerd: maandag 01 september 2014 12:13
- Hits: 5091
Voor alle mensen met een voorliefde voor het vak Zorg & Inkomen is 1 september 2014 altijd weer een bijzondere datum. Rond deze tijd kijken we dan weer uit naar de gedifferentieerde premies WGA en ZW van het UWV. Altijd zijn we weer benieuwd naar de ontwikkelingen van de premies en de gevolgen. Hierbeneden een samenvatting van zaken betreffende de publicatie "Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2015" d.d. 1 september 2014 van het UWV.
Premies en parameters Werkhervattingskas 2015:
Download hier een handig overzicht van de "Premies en parameters Werkhervattingkas".
WGA:
Bij de overgang van publieke verzekering WGA (UWV) naar een private verzekeraar is het uitgangspunt dat grote werkgevers (loonsom > € 3.070.000,-) zelf de staartlasten volledig financiert. Het zogenoemde inlooprisico of brandende huizen. Voor de kleine en middelgrote werkgevers is een uitzondering gemaakt:
- kleine werkgever hoeven de staartlasten niet zelf te financieren
- middelgrote werkgevers financieren een deel van de staartlasten zelf. Voor middelgrote werkgevers is hier dezelfde systematiek van toepassing als bij de premiedifferentiatie
ZW:
Bij de ZW worden alle staartlasten van werkgevers die ERD worden collectief gefinancierd, ongeachte de omvang van de werkgever. Hiervoor is gekozen omdat de wetgever rekening heeft gehouden met de verwachte tendens van in toenemende mate private verzekering van het ZW risico. Daarom worden de staartlasten via het publieke bestel afgefinancierd. De staartlasten worden sinds 2013 gefinancierd uit de sectorpremie en voor het overheidswerkgevers uit het Ufo. Dit betekent dat de publiek verzekerde werkgevers en de ERD uit betreffende sector deze lopende uitkeringslasten gezamenlijk financieren.
Overzicht WGA verzekeringen:
vanaf 1 januari 2016 wordt WGA Vast en WGA Flex in het publieke bestel samengevoegd. Vanaf dat moment kunnen werkgevers ook ERD worden voor het WGA Flex gedeelte.
| WGA | |||
| Grote werkgever | Middelgrote werkgever | Kleine werkgever | |
| Verzekeringsstelsel | duaal voor WGA Vast, vanaf 2016 ook duaal voor WGA flex | duaal voor WGA Vast, vanaf 2016 ook duaal voor WGA Flex | duaal voor WGA Vast, vanaf 2016 ook duaal voor WGA Flex |
| Publieke premie | individuele premiedifferentiatie | premie deels individueel gedifferentieerd en deels sectoraal | sectorale premie |
| Staartlasten bij eigenrisico dragen | zelf financieren | deels zelf financieren en deels via publiek stelsel | financiering via publiek stelsel |
| Garantstelling bij eigenrisico dragen | noodzakelijk | noodzakelijk | noodzakelijk |
Overzicht ZW verzekering:
| ZW | |||
| Grote werkgever | Middelgrote werkgever | Kleine werkgever | |
| Verzekeringsstelsel | duaal | duaal | duaal |
| Publieke premie | individuele premiedifferentiatie | premie deels individueel gedifferentieerd en deels sectoraal | sectorale premie |
| Staartlasten bij eigenrisico dragen | financiering via publiek stelsel | financiering via publiek stelsel | financiering via publiek stelsel |
| Garantstelling bij eigenrisico dragen | niet nodig | niet nodig | niet nodig |
Berekening UWV premies 2015:
- Kleine werkgever, loonsom tot € 314.000,-
- Middelgrote werkgever, loonsom tussen de € 314.000,- en € 3.140.000,-
- Grote werkgever, loonsom vanaf € 3.140.000,-
Berekeningswijze gedifferentieerde premie:
- Kleine werkgever: sectoraal bepaalde premie
- Middelgrote werkgever: C x individueel bepaalde premie + (1-C) x sectoraal bepaalde premie. Hierbij geldt dat C is loonsom werkgever - loongrens klein/middel / loonsomgrens middel/groot - loonsomgrens klein/middel.
- Grote werkgever: individueel bepaalde premie *
* Individueel bepaalde premie: individuele werkgeverspremie = rekenpercentage + opslag
De opslag wordt voor elke werkgever individueel bepaald. De berekening is als volgt:
Opslag = correctiefactor werkgeversrisico x (individueel werkgeversrisico - gemiddeld werkgeversrisico)
Indien de opslag negatief is betekent dit een korting op het rekenpercentage. Er geldt altijd een minimumpremie.
Hoe wordt het gemiddelde percentage berekend?
Het gemiddelde percentage (de lastendekkende premie) voor jaar T wordt bepaald door de totale geraamde uitkeringslasten minus de niet-premiebaten van de publiek verzekerden in het jaar T te delen door de totale geraamde premieplichtige loonsom in het jaar T.
Bron: Gedifferentieerde premies WGA en ZW 2015
