Uitspraak Gerechtshof inzake BeZaVa (WHK)

Het Gerechtshof van Amsterdam heeft op 1 november 2017 jongstleden een interessante uitspraak gedaan. Met name interessant voor mensen die zich dagelijks bezighouden met sociale zekerheid en als onderdeel hiervan de beschikking Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (WHK) en de wet BeZaVa. 

Inhoud van de zaak
In deze zaak ging het om de vraag of de per 1 januari 2014 geldende regeling voor de gedifferentieerde premieheffing WHK onderdeel Ziektewet tot rechtens onaanvaardbare gevolgen leidt. Het betreft in dit dossier een werknemer met een tijdelijke arbeidsovereenkomst van een jaar. Per 6 december 2011 meldt betreffende werknemer zich ziek om vervolgens per 1 februari 2012 een ZW-uitkering te ontvangen in verband met einde dienstverband. Dit leidt uiteindelijk tot een premiestijging van de component ZW tot 1,04% in verband met toerekening van betaalde ZW-uitkeringen in 2012 van € 22.849,04. 

Interessante onderbouwingen
In betreffende uitspraak staan diverse interessante onderbouwingen en geeft een inkijkje in hoe onder andere de inspecteur van de Belastingdienst zijn standpunten betoogd. Daarnaast is het oordeel van het Hof interessant te noemen. Zonder de hele uitspraak te dicteren hierbeneden een aantal interessante passages:

5.8.1. (…)Naar het oordeel van het Hof kan niet worden gezegd dat tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel de (mogelijke) gevolgen van de nieuwe regeling voor individuele werkgevers ten volle zijn overzien en besproken. Die gevolgen blijken pas uit de concrete toepassing van de in artikel 2.13 van het Besluit Wfsv gegeven rekenregels. Cijfermatige gegevens met betrekking tot (verwachte) gevolgen zijn tijdens de parlementaire behandeling van de wijzigingswet niet aan de orde geweest.

5.9.5. Het voorgaande brengt het Hof tot het oordeel dat werkgevers er tot het moment waarop voor hen duidelijk moest zijn dat de wetgever het systeem van premieheffing zodanig zou wijzigen dat het ziek worden van werknemers met een tijdelijk dienstverband voor hen tot verhoging van hun individuele premielasten zou (kunnen) leiden ook over premietijdvakken na hun uitdiensttreding, in goed vertrouwen ervan mochten uitgaan dat zij niet met dergelijke nadelige gevolgen zouden worden geconfronteerd. In zoverre heeft de invoering van de nieuwe regeling gerechtvaardigde verwachtingen van de betrokken werkgevers aangetast.

5.9.12. Het voorgaande is niet alleen van toepassing op belanghebbende maar ook op (alle) andere werkgevers in vergelijkbare omstandigheden, en is een gevolg van de structuur van de nieuwe regeling in wet en besluit. Hiermee is derhalve de fair balance op regelniveau in het geding.

5.10. Het Hof concludeert dat de Wfsv en het Besluit Wfsv onverbindend zijn voor zover zij een materiële terugwerkende kracht impliceren die op grond van de criteria van het crisisheffingsarrest niet te verenigen is met artikel 1 EP EVRM. Dit leidt, in overeenstemming met het petitum in hoger beroep, tot vermindering van het bij beschikking vastgestelde premiepercentage met de daarin begrepen, op basis van gegevens uit 2012 berekende, individuele opslag voor de premiecomponent ZW-lasten. Dit leidt tot een vermindering van het bij beschikking vastgestelde premiepercentage met 0,7 procentpunt.

Slotsom
Slotsom van deze uitspraak is dat het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank dient te worden vernietigd. Doende wat de rechtbank had behoren te doen, zal het Hof het beroep gegrond verklaren, de uitspraak op bezwaar vernietigen en het bij beschikking vastgestelde gedifferentieerde premiepercentage werkhervattingskas met 0,7 procentpunt verminderen tot 1,41%.

Gevolgen?
Nog interessanter is na te gaan wat eventuele implicaties van de deze uitspraak kan zijn. Op basis van deze uitspraak zou men kunnen vaststellen dat ZW (en WGA-flex) gevallen met een eerste ziektedatum voor 1 januari 2014 niet meer zouden mogen worden toegerekend aan werkgevers.

Betekent dit concreet dat werkgevers waarbij dit wél heeft plaatsgevonden nu een mogelijkheid hebben een correctie te vragen bij de Belastingdienst betreffende de premiejaren vanaf 2014?

Zullen werkgevers op basis hiervan nog meer beroep- en bezwaarschriften gaan starten om mogelijke correctie op de toegerekende gedifferentieerde premie WHK te gaan starten?

We zullen het allemaal gaan zien de komende periode. Tevens zullen we zien of de Belastingdienst nog naar de Hoge Raad zal stappen voor een oordeel. Maar ook in dat geval is het maar de vraag óf de Belastingdienst hier zijn gelijk zal gaan halen. Dit nog naast de kosten die dit met zich mee zal brengen én het aantal werkgevers die alsnog beroep- en bezwaarschriften zullen gaan indienen.

Controle WHK
Met deze uitspraak en geboden mogelijkheid op basis van de ontstane jurisprudentie wordt de controle van de beschikking WHK nog maar eens onderstreept. Het is van belang te weten welke dossiers er worden toegerekend middels de gedifferentieerde premies en óf die premies wel daadwerkelijk toegerekend kunnen én mogen worden.

Wordt ongetwijfeld vervolgd...

Heeft u in de tussentijd vragenstellingen over de vaststelling van de gedifferentieerde premie WHK of de controle hierop? Neem dan contact met ons op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Bron:
Rechtspraak.nl – ECLI:NL:GHAMS:2017:4830
Datum publicatie: 29 november 2017
Zaaknummer: 16/00592

Gerelateerde dienstverlening Classen Consultancy: Duurzame Inzetbaarheid / Verlagen van verzuimkosten / Uitvoering Sociale Zekerheid / ZW & WGA eigenrisicodragen


Waarmee kan Classen Consultancy u van dienst zijn?


Neem contact op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of 06 - 29 12 43 34 zodat we samen kunnen kijken wat Classen Consultancy voor u kan betekenen.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn